Sluiter of diafragmavoorkeuze
22 mei 2022
Je kunt fotograferen op de 'automatische' camerastand (P of Auto) zodat je camera alle instellingen kiest. Dat is gemakkelijk en snel, maar zelf heb je weinig tot geen controle over het eindresultaat. Daartegenover staat de manuele stand (M), waarbij jij alles zelf, met de hand, instelt. Als tussenoplossing is er de 'sluitervoorkeuze' en de 'diafragmavoorkeuze', dat zijn halfautomatische standen.
Diafragmavoorkeuze
Bij de 'AV' of 'A' op het wieltje stel je zelf de diafragmaopening in. De camera kiest daar, via de belichtingsmeter, een juiste sluitertijd en ISO bij. ISO: in geval je deze op 'auto' hebt ingesteld. Persoonlijk stel ik de ISO-waarde, althans in eerste instantie, altijd vast op ISO 100.
Met het diafragma bepaal je hoeveel licht er op de sensor valt. Dat is vooral van invloed op de scherptediepte (het gebied dat scherp is) in het beeld. Bij een kleine diafragmaopening is een groot gebied in de foto scherp. Bij een grote diafragmaopening is een klein gebied in de foto scherp.
Wanneer diafragmavoorkeuze?
Je kiest voor diafragmavoorkeuze wanneer je invloed wil uitoefenen op de scherptediepte. Bijvoorbeeld bij portretfotografie als je het model wilt losmaken van de achtergrond. Bij portretten kies je een grote diafragmaopening, de camera kiest de overige instellingen. Echter stel dat juist de omgeving meer over de persoon vertelt, dan stel je een kleinere diafragmaopening in om ook de achtergrond scherp in beeld te hebben.
Landschapsfotografen willen meestal alles scherp en zullen dus een met een diafragmaopening van f/16 of f/22 werken.
Let echter altijd ook op de sluitertijd. Bij weinig licht zou deze te lang kunnen worden zodat er bewegingsonscherpte kan ontstaan. Dit los je op door voor een grotere diafragmaopening te kiezen of te spelen met de ISO-waarde.
Sluitervoorkeuze
Bij sluitervoorkeuze hou jij de de controle over de sluitertijd. De camera kiest daarbij de diafragmaopening en de ISO (mits auto ISO is ingesteld). Met de sluitertijd wordt bepaald hoelang er licht op de sensor valt. Voornamelijk bij bewegende onderwerpen kan hierdoor, bij een te lange sluitertijd, bewegingsonscherpte ontstaan. Dit kan echter een gewenst effect zijn, en is dus een van de redenen om voor sluitervoorkeuze te kiezen.
Wanneer sluitervoorkeuze?
Met de sluitertijd kun je twee kanten op. Een korte sluitertijd bevriest de beweging. Iets wat veel gedaan wordt bij bijvoorbeeld sportfotografie. Een lange sluitertijd daarentegen geeft juist een gevoel van beweging. Denk aan het water bij strandfotografie, een waterval of een fontein. Hoelang je sluitertijd moet zijn is ook afhankelijk van de brandpuntsafstand van je objectief.
Sluitervoorkeuze wordt ook vaak gebruikt bij creatieve fotografie zoals 'panning' en 'ICM'. Alsook voor de foto hiernaast, waarbij ik uitgezoomd heb tijdens de opname, had ik een lange sluitertijd nodig.
Bij dit artikel aansluitende artikelen zijn:
- Handmatige instellingen
- Bokeh
- ICM
- Hyperfocale afstand
- De manuele camerastand
Besluit
Het gebruik van deze halfautomatische camera instellingen is zeker geen zwaktebod. Veel professionals, zoals sportfotografen, wildlife fotografen of portretfotografen maken hier gebruik van. Met beide "voorkeuzen" is het ook mogelijk een foto creatief in te vullen.
Vind je dit artikel waardevol of heb je vragen of andere ervaringen? Je kan het mij laten weten door een reactie te plaatsen. Je email-adres is verplicht, maar het wordt niet getoond op de website.
plaats een reactie
Dit artikel behoort tot de subgroep 'Hardware'. Meer lezen over Hardware
of
Terug naar het artikelen-overzicht