beeldstabilisatie

Beeldstabilisatie wat is dat?

Beeldstabilisatie helpt de fotograaf nog scherpere foto’s te kunnen maken. Tijdens het fotograferen is er altijd sprake van en zekere mate van beweging of trilling van de camera. Bij beeldstabilisatie compenseert jouw camera die beweging of trilling door of de glazen elementen in het objectief of de sensor mee te laten bewegen.
Let op:
- Beeldstabilisatie corrigeert alleen bewegingen die je met de camera maakt. Zo zullen bij langere sluitertijden bewegende onderwerpen nog steeds onscherp zijn door bewegingsonscherpte.
- Ga je bewust jouw camera bewegen (ICM of pannen) zet dan beeldstabilisatie uit.
- Werk je op statief of staat jouw camera vast (en zal dus niet bewegen) dan ook dient beeldstabilisatie uit te staan, omdat je anders -juist door beeldstabilisatie- onscherpe foto's krijgt.

Wat beweegt er?

Zoals gezegd corrigeert beeldstabilisatie verschillende bewegingen of trillingen. Dat kan op twee manieren gedaan worden.

1. Via het objectief
Op de meeste objectieven bevindt er zich een beeldstabilisatie schakelaar. Bij een Canon-camera is dat de knop met de afkorting IS (Image Stabilization). Voor Nikon-camera moet je op zoek naar de afkorting VR (Vibration Reduction). Voor Sony wordt beeldstabilisatie vaak weergegeven als SteadyShot of Optical SteadyShot (OSS). Maar ook VC (Vibration Correction) en OIS (Opticam Image Stabilization) en IBIS (In Body Image Stabilization) zijn afkortingen die regelmatig voorkomen.

2. In de camerabody
De beeldstabilisatie gebeurt in dit geval met de sensor. De sensor, welke wordt vastgehouden door een frame van verschillende magneten, kan alzo een beweging of trilling magnetisch corrigeren.

Vuistregel voor scherpe foto’s

Beeldstabilisatie kan dus bewegingsonscherpte tegen gaan. Toch blijft het beter om als fotograaf deze vuistregel, betreffende brandpuntsafstand, aan te houden bij het fotograferen vanuit de hand.
De vuistregel, op basis van een full-frame camera, '1/brandpuntsafstand'. Dus bij bijvoorbeeld 200mm is dat 1/200st seconde of sneller.
Bij een APS-C sensor wordt dat: '1/[brandpuntsafstand * cropfactor]'

Gebruik je deze vuistregel, dan kan je via beeldstabilisatie nog één of hooguit twee stops aan langere sluitertijden werken zonder dat onscherpte wegens beweging ontstaat.

Vind je dit artikel waardevol of heb je vragen of andere ervaringen?  Je kan het mij laten weten door een reactie te plaatsen. Je email-adres is verplicht, maar het wordt niet getoond op de website.

een reactie

Op 28 november 2024 schrijft Edwin Staps

In macro en long shoots heb je niks aan AF en beeldstabilisatie.

Antwoord van Didier de Borle

Dank voor je reactie. Zoals ook in het artikel vermeld wordt, Heb je bij het werken met een statief (gebruik je waarschijnlijk bij macro) en bij lange sluitertijden beeldstabilisatie beter uit. 

plaats een reactie